In 2022 was Hans Cools, hoofddocent aan de KULeuven, reeds bij het Genootschap te gast met een uiterst boeiende lezing over de gratiebrieven die door de Bourgondische en Habsburgse vorsten aan hun onderdanen verleend werden. De lezing kaderde in het PARDONS-project dat al verschillende jaren bij het Rijksarchief loopt in samenwerking met de KULeuven, de UCLouvain en de vzw Histories.
In deze lezing wil de spreker er één brief in het bijzonder uitlichten. Die dateert uit maart 1577 (nauwelijks een half jaar na de Spaanse Furie) en was bestemd voor Willem Rijff. Deze stadsbediende had tal van spullen uit het stadhuis gesleept toen dat in brand stond, naar eigen zeggen om ze zo in veiligheid te brengen. Maar hij erkende ook dat de boter uit een ton die hij uit de kelder had gehaald, was geconsumeerd door hem en zijn gezinsleden en wellicht ernstiger dat hij zich schuldig had gemaakt aan heling door een en ander alvast te verkopen. De schout had Willem dan ook ter dood veroordeeld. Dankzij een door de Raad van Brabant afgeleverde genadebrief, is Willem daar onderuit gekomen.