Ria Fabri      07-12-1999

Ter ontspanning en als aangenaam tijdverdrijf hield de Antwerpse elite zich in de 17de eeuw bezig met ‘vermaekelijkheden zoo voor den ooghen als voor den geest’. Tot het vermaak voor de ogen werden de optische spelletjes gerekend die als ‘camerspelen’ bekend stonden. In theoretische werken over Optica, waaronder de bekende werken van Giambatista della Porta (1566), Jean-François Niceron (1638) en Athanasius Kircher (1646) worden nadere toelichtingen over de speelse optische verschijnselen verstrekt.

Nu waren in de 17de-eeuwse kunstkasten centrale perspectiefjes of spiegelkamertjes geconstrueerd waarin als experiment deze optische spelletjes geprobeerd werden. Zo kon men de genoegelijke ervaring om ‘een sake te sien vermenighfuldigen’ in het spiegelkamertje testen. Want wanneer men naar binnen keek zag men ogen en vingers weerkaatsen waardoor men volgens de eigentijdse bronnen, wel Argus of Priapus leek. Daarnaast kon men door de weerkaatsing van een enkele munt of juweel, zich de bezitter van een schat wanen. Door beeldjes in het perspectiefje te zetten en te verschuiven werden weer andere plezierige effecten opgeroepen. Om de vermakelijke weerkaatsingsmogelijkheden te versterken en het speleffect te vergroten zijn aan de spiegelkamertjes nog geschilderde tuingezichten, tuinhuisgevels en theaterconstructies toegevoegd.

Door te kijken en een bolle cilinderspiegel heen en weer te schuiven, kon de speler zelfs mysterieuze perspectieven en spiegelingen in anamorfose – alle verrassende en verwonderingwekkende effecten – als amusant tijdverdrijf oproepen.

Als ‘vermaekelijkheden voor den geest’ wist het geletterd gezelschap zich te onderhouden met het ont raadselen van emblematische voorstellingen, vaak in combinatie met taferelen uit de metamorfosen, die meermaals op de voorborden van de laden en deuren geschilderd waren. Het niet één- maar meerduidig verklaren van dergelijke exempla gaf, gesteund op eigentijdse literatuur, stof voor een geanimeerde en vermakelijke conversatie in een belezen gezelschap.

Al deze voornoemde vormen van vermaak werden door Antwerpse burgers met plezier beoefend ondanks de waarschuwende woorden van meerdere moralisten die deze ontspanningen veeleer bekritiseerden.

Vermaekelijkheden zoo voor den ooghen als voor den geest