Karel Degryse      05-12-2000

Het beroep van boekhouder en sommige andere, aanverwante beroepen waren tijdens de 18de eeuw in Antwerpen een belangrijke springplank voor een geslaagde carrière in de financiële of industriële sector. De redenen daarvoor lagen voor de hand. Zij beschikten over de nodige boekhoudkundige en financieel-technische kennis die veel gefortuneerde Antwerpenaars toen al ontbeerden. Dat leverde hen aanzien en een vertrouwensrelatie met de Antwerpse elite op.Vervolgens waren ze in staat een netwerk van relaties uit te bouwen waardoor ze de meest geschikte personen waren om geld te ronselen, zowel voor binnenlandse en buitenlandse overheidsleningen, als voor het financieren van industriële ondernemingen. Dankzij hun bevoorrechte positie waren die boekhouders beter dan wie ook op de hoogte van het reilen en zeilen en het rendement van de meest uiteenlopende ondernemingen, wat van groot belang was bij financiële adviezen of voor het uitstippelen van hun verdere loopbaan. Dankzij die knowhow en hun netwerken en met de nodige dosis talent, lef en geluk, slaagden sommigen onder hen er zelf in door te dringen tot de elite.

(gepubliceerd in: Bijdragen tot de Geschiedenis, 84, 2001, 43-62)

Boekhouders, notarissen, stadsboden en factors. Het succesverhaal van sommige Antwerpse “financiële experten” tijdens de 18de eeuw