Gustaaf Asaert      09-01-2001

Algemeen wordt aangenomen dat naast het oude raadhuis aan de zuidzijde van de Grote Markt de lakenhal stond en dat beide gebouwen werden afgebroken in 1564. In dat jaar werd immers het nieuwe stadhuis in gebruik genomen. Onmiddellijk werd met de afbraak van het oude stadhuis begonnen. De bekende voorstelling van de hand van Gillis Mostaert toont slechts één gebouw, het oude raadhuis. Terecht want ter plekke stond geen hal, zij kon dus niet worden afgebroken. Verder werd op de plaats van het oud stadhuis een huizenblok gebouwd dat steeds als blok van het oud stadhuis wordt vermeld en nooit blok van het oud stadhuis en hal. De vraag rijst dan ook waar stond de oude lakenhal?

De oudste bekende stadshal was opgericht door de villicus van de heer en was al vóór 1226 in gebruik. Zij was al bouwvallig toen zij in 1250 voor de helft en op april 1317 in haar geheel door hertog Jan III aan de stad werd verkocht. Zij stond naast het oude stadhuis. Algemeen zijn onze stadshistorici de mening toegedaan dat op dezelfde plaats een nieuwe lakenhal werd opgetrokken. Maar oude lakenhal werd niet afgebroken maar verkocht. De nieuwe hal kan dan bezwaarlijk op dezelfde plaats zijn opgetrokken. Volgens de stadsrekening van 1324-1325 werd er aan een nieuwe hal gewerkt die in 1325 was voltooid.

Uit diverse archiefstukken blijkt dat de nieuwe lakenhal in een huizenblok van het marktplein stond dat in 1714-1715 werd afgebroken en wel aan het oostelijk uiteinde van dit huizenblok tegenover het hoekhuis Guldenberch, thans bekend als café De Valk. Het is deze stedelijke lakenhal die op 4 oktober 1541 slachtoffer werd van de grote brand aan de Maalderijstraat Reeds twee dagen later op 6 oktober deelde het stadsbestuur in een ordonnantie mede dat de dekens en de oudermans van de lakengilde voortaan mochten zetelen in de groten en de kleine peismakerskamer van het stadhuis, uiteraard het oude, en voegde er volgende nota aan toe: Dat naerdyen de lakenhalle in de jare XLI was affgebrant in de Maelderijstaet gestaen hebbende, soo wort geordonneert dat men die soude houden op het oudt stadthuys als hier boven staet..
In de volgende jaren werd het afgebrande pand heropgebouwd in 1552 vermeld als “geweest hebbende d’oude halle”.

Redactionele aanvulling:
De auteur publiceerde inmiddels: Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen

De Antwerpse lakenhal: een onvermoede lokalisering op de Grote Markt