Kilian De Saeger      04-11-2014


Ook vroegmoderne stedelijke festiviteiten ontkwamen niet aan de hernieuwde interesse van humanisten in het Griekse en Romeinse verleden. In het zestiende-eeuwse Antwerpen rolde de oorlogsgod Mars door de straten van de Scheldestad, straten waar een eeuw eerder nog alom bekende Bijbelse en folkloristische figuren domineerden. Vaak wordt aangenomen dat deze humanisering gepaard ging met een groeiend onbegrip van de toeschouwers. Werden stedelijke festiviteiten daadwerkelijk een elitegebeuren zoals Hugo Soly beweerde of begrepen de meeste Antwerpenaren er meer van dan we vermoeden?

Spreker toont aan dat de Ommegangen een massagebeuren waren waarbij de gewone toeschouwer zeer goed kon weten wat er gebeurde. Er waren immers goedkope programmaboekjes en commentatoren die iedere wagen aankondigden. Wat, zeker tijdens de Blijde Intredes werd vertoond, was een niet mis te verstane boodschap voor de nieuwe vorst. Spreker geeft een overzicht van de voornaamste figuren die werden opgevoerd en die hun oorsprong vaak al vonden in de religieuze ommegangen die vanaf het einde van de dertiende eeuw rond gingen: Reus (Goliath werd Antigoon werd Mars), Stadsmaagd, Walvis (van Jonas-verhaal tot symbool van de zee), Schip, Olifant. Via hun houding, de figuren in hun omgeving, de attributen die werden toegevoegd werden ze telkens aangepast om de boodschap te brengen die nodig was. Ze pasten volkomen in de humanistische evoluties en beeldentaal van de tijd, een beeldentaal die correspondeerde met deze van de voorgevel van het Stadhuis zoals één van de aanwezigen opmerkte. I.D.

Lost in translation? De evolutie van volkse beeldentaal naar Grieks-Romeinse allegorieën in vroegmoderne festiviteiten