Tim Bellens en Anne Schryvers      01-03-2016


Nieuw onderzoek dat ook deels aansluit op het oudste archeologisch onderzoek in Antwerpen, indertijd (jaren 1950-1960) uitgevoerd door Adelbert Van de Walle, toont aan dat de burcht niet zomaar willekeurig is neergezet. Er zijn de geografische omstandigheden: enkele microheuveltjes en de ligging nabij het kruispunt van Schelde en Schijn, maar bovenal blijken er niet alleen in de Romeinse tijd maar ook in de vroegmiddeleeuwse periode (Vde-IXde eeuw) sporen te zijn van menselijke activiteiten: in eerste instantie landbouw, daarna steeds duidelijker nederzettingssporen. Zoals Van de Walle had vastgesteld resulteerde dit reeds vanaf 850 tot en met de Xde eeuw in een zeer dicht bevolkte vroegstedelijke nederzetting, gekenmerkt, in vergelijking met bv. het toenmalige Dublin, door relatief grote gebouwen. Men bouwt tot tegen de eerste aarden wal. Er zijn duidelijke sporen gevonden van artisanale activiteiten: metaal- , edelmetaal- , been-, leder-, textielbewerking, en dit gespreid over de ganse burcht, dus niet in kernen.

Recent archeologisch onderzoek in de Gorterstraat toont aan dat de ruiendriehoek die rond 1200 voorzien werd van een watersingel ter beveiliging ook al snel intens bewoond was. Men vindt er evenzeer sporen van houten huizen met lemen wanden uit dezelfde periode als die van de burcht, en ook deze staan dicht op elkaar. De burchtmuur omsloot dus bij oprichting zeker niet de totale nederzetting maar slechts een kern.
I.D.

Middeleeuws Antwerpen in beeld: archeologisch onderzoek in de Antwerpse burcht en ruiendriehoek